Bijgewerkt: 19 april 2024

Amstelveens Weekblad
opgeheven - 2004

Foto's -> Gebouwen -> Amstelveensch Weekblad

Amstelveens Weekblad  opgeheven
(Amstelveenweb.com collectie - 2004)

Het kantoor van het "Amstelveens Weekblad" aan de Laan van de Helende Meesters in 2004, waar de redactie werkte

Het Amstelveens Weekblad werd opgeheven per 1 juli 2014
Het Amstelveens Weekblad en het Amstelveens Nieuwsblad, twee kranten met een rijke Amstelveense historie, gingen gezamenlijk verder als één krant, onder de naam Amstelveen Dichtbij.
Ook die krant is inmiddels gestopt en anno 2017 heet het krantje weer Amstelveens Nieuwsblad.


In 1892 bestond reeds een weekblad, dat 'De Amstelbode' heette (opgericht in 1876 door pastoor Brouwers). Een jaar later zijn er twee weekbladen in Amstelveen, namelijk de reeds genoemde 'Amstelbode' en 'Het weekblad voor Nieuwer-Amstel en omstreken'.

Op 5 augustus 1895 deed Nelis Wilhelmus aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Zijn vrouw, Guurtje Splinter had een zoon ter wereld gebracht die de naam Jacob kreeg. De vader was timmerman van beroep en woonde in de dorpskom van Amstelveen. Het was in het ouderlijke huis geen vetpot en daarom werd Jacob al jong aan het werk gezet. Hij was na het doorlopen van zes klassen in de gereformeerde Handwegschool (later Johannes Calvijnschool) nog maar elf, bijna twaalf jaar, doch oud genoeg bevonden voor een baantje op een tuinderij tussen de Handweg en de Poel. De werkdagen duurden 's zomers zeker twaalf uur. Maar deze startersbaan vervulde hij niet lang want ziekte (t.b.c.?) werd spelbreker. Voor zijn herstel moest hij anderhalf jaar in een houten tent liggen die in de tuin achter het huis stond. Gelet op zijn verdere levensloop ligt het voor de hand te veronderstellen, dat Jacob gedurende die herstelperiode het een en ander aan zijn algemene ontwikkeling heeft gedaan.

Of de frisse lucht genezing heeft gebracht, vermeldt de historie niet, maar hij werd wel beter. Hij kon trouwens voorlopig volop van de buitenlucht genieten, want hij vond werk bij het bloembollenbedrijf Splinter in de Schinkelpolder die nu deel uitmaakt van het Amsterdamse Bos. Daar lag zijn bestemming niet. Zijn ouders kochten de gist- en klompenhandel van zijn oom Bertus. De tienjarige Jacob werd op 2 januari 1912 zelfstandig zakenman, dat zou hij de rest van zijn werkzame leven blijven.

Hij ging met zijn handel de boer op in de polders rondom Amstelveen. Zo leerde hij elke hoek van de gemeente kennen en de mensen die er woonden. Hij breidde het beperkte assortiment van zijn handel weldra uit, met name met schrijfbenodigdheden, maar ervoer al gauw, dat dit toch geen bevredigende dagtaak opleverde voor een energieke jongeman. Na een paar jaar stapte hij over op de handel in boeken. Later vestigde hij zich in een winkel op de hoek van het kerkplein en de Dorpsstraat, waar nu het Museum Jan Van der Togt staat. Het spreekt vanzelf, dat er in die winkel nog heel wat meer te koop was dan boeken. Ook ansichtkaarten, schrijfbenodigdheden e.d. moesten klanten lokken.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2014)

De titel van het Amstelveensch Weekblad


Het Amstelveensch Weekblad
Het gedrukte woord kreeg Wilhelmus te pakken. Hij ontdekte, dat er behoefte was aan een plaatselijk blad. In 1923 was het zover; op 20 juli verscheen het eerste nummer van het Amstelveensch Weekblad. Het was een stap in het ongewisse, want er werden in dat jaar in Amstelveen al drie andere, regionale, bladen verspreid: De Meerbode en de Nieuwe Meerbode vanuit Aalsmeer en het R.K. Weekblad vanuit Amsterdam. Het aantal inwoners bedroeg op 31 december 1923 nog slechts 8800, maar het was te voorzien, dat er over de gemeentegrens (in Ouderkerk bijvoorbeeld) ook enige belangstelling zou bestaan voor de Amstelveense berichtgeving. Wilhelmus kreeg eigenlijk meteen al de wind in de zeilen, omdat burgemeester Arie Colijn en zijn dertienkoppige gemeenteraad – na de tweede Amsterdamse annexatie in 1921 - krachtig streefde naar een uitbreiding van het aantal inwoners. Amstelveen moest een forensengemeente worden en dat lukte meteen al aardig. Maar voorlopig zette de kersverse uitgever niet alles op één kaart. In 1925 breidde hij de boekhandel zelfs uit met een kleine drukkerij, waarin twee man werk vonden. De drukkerij werd achter de boekhandel geïnstalleerd. Een korte tijdsspanne was er zelfs een tweede boekhandel aan de Amsterdamseweg.

Het weekblad groeide mee met de ontwikkeling van Amstelveen, zodat de uitgever-directeur-hoofdredacteur-redacteur in 1929 overging tot verkoop van zijn boekhandel aan A. Gille. Ook de drukkerij werd van de hand gedaan. Gedurende het eerste decennium moest de ondernemer elke week het blad grotendeels zelf vullen met artikelen, berichten en advertenties. Het redactionele gedeelte bestond lange tijd uit een bijna stenografisch verslag van wat er voorviel in de gemeenteraadsvergaderingen van Nieuwer-Amstel en Ouder-Amstel hetgeen betekende, dat Wilhelmus deze vergaderingen steeds zelf moest bijwonen.

Foto Amstelveen
(Bron collectie Wilhelmus - 2014)

Jacob Wilhelmus


Het lukte hem het blad tot een forum te maken van iedereen die zich betrokken voelde bij het wel en wee van Amstelveen. De vele ingezonden stukken – al, of niet in dichtvorm - getuigen er van. In zijn commentaren moest de hoofdredacteur zo veel mogelijk bovenpartijdige standpunten innemen en dat, terwijl hij zelf een actief lid van de Gereformeerde Kerk was. Het Amstelveensch Weekblad moest er voor iedereen zijn. Dat heeft in de beginperiode - 1925 - nog een botsing opgeleverd met de kerkenraad van de Handwegkerk die vond, dat hun gemeentelid geen advertenties van de S.D.A.P. behoorde op te nemen. De predikant zinspeelde zelfs op de kwestie vanaf de preekstoel. Dat zinde de krantenman niet en hij diende de kerkenraad van repliek. Ernstiger was het, dat het bestuur van het sociaal verbond "Patrimonium" aanvankelijk één lijn trok met de kerkenraad.

Dit verbond was een goede klant van de drukkerij en deze dreigde nu zijn orders elders te plaatsen. Wilhelmus vroeg zich hardop af, of een gereformeerde timmerman - en hij zal daarbij aan zijn vader gedacht hebben - een tribune mocht bouwen voor een S.D.A.P-manifestatie. Met deze opmerking snoerde hij de mond van zijn opponenten. (De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische Nederlandse politieke partij die van 1894 tot 1946 bestond. )(red.).

Wilhelmus' grote betrokkenheid bij Amstelveen uitte zich ook in zijn belangstelling voor de plaatselijke geschiedenis. Voormalig gemeentesecretaris Henri Jacques Scharp (1874-1957) kreeg in de naoorlogse jaren ruime gelegenheid zijn historische aantekeningen in het weekblad te publiceren. Het werd een langlopende reeks. Daarna werd begonnen met het reproduceren van oude ansichtkaarten die lezers ter beschikking stelden. Daaruit kwamen in de jaren vijftig drukbezochte lichtbeeldenavonden voort. Wilhelmus kon uit eigen waarneming smakelijk vertellen over de figuren die op de plaatjes figureerden. Tenslotte werden deze plaatjes gebundeld in boekjes op de markt gebracht. Achteraf bezien is met de bijschriften een stuk "oral history" vastgelegd. Met deze activiteiten bond Wilhelmus veel lezers aan zich en aan zijn blad in een tijd, waarin veel veranderde in Amstelveen.

Een allesdoener
Als het uit het vorenstaande al niet bleek: Wilhelmus stond midden in de Amstelveense samenleving. Hoe hij er de tijd voor wist te vinden blijft raadselachtig, maar hij wist zijn veeleisende werkkring te combineren met verschillende bestuursfuncties in plaatselijke organisaties:
- enige tijd lid van de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk (Handweg);
- beheerder van de kerkelijke ledenadministratie;
- 16 jaar bestuurslid (penningmeester) van de Joh. Calvijn-school;
- secretaris van de Gereformeerde Mannenvereniging
- "Onderzoekt de Schriften";
- 35 jaar correspondent voor de N.C.R.V.;
- 18 jaar correspondent voor de Vrije Universiteit;
- bestuurslid Oranjevereniging Nieuwer-Amstel;
- bestuurslid plaatselijke V.V.V.;
- secretaris-penningmeester van de werkliedenvereniging "Hulp bij Ziekte";
- mede-oprichter en bestuurslid van de Zwembadcommissie;
- voor de Tweede Wereldoorlog verbonden aan de Vrijwillige Burgerwacht;
- secretaris Middenstandsbond, afdeling Amstelveen;
- secretaris ' Christelijke Middenstandsbond, afdeling Amstelveen

Intussen had Wilhelmus ook een gezin gesticht door zijn huwelijk met Johanna Verburg. Uit deze verbintenis werden een jongen en een meisje geboren. Zijn vrouw is hem tot grote steun geweest. In de eerste jaren van hun huwelijk stond mevrouw Wilhelmus achter de toonbank in de winkel en later achter de balie van het krantenbureau.

In 1961 werd Wilhelmus weduwnaar. Gedurende zijn laatste levensjaren was hij getrouwd met Alof de Groot. Kenmerkend voor zijn ondernemerschap was dat hij steeds tijdig inspeelde op veranderende omstandigheden. Na een verschijningsverbod van de Duitse bezetter in 1942 kwam het eerste nummer kort na de bevrijding al weer van de persen. Dat was ook het tijdstip, waarop de allesdoener een onafhankelijke hoofdredacteur aantrok in de persoon van drs. J. Klatter. In 1953 kwam zijn zoon Nees de mankracht op het kantoor aan de Dorpsstraat versterken. Amstelveen en omgeving ontwikkelden zich snel in die jaren. In 1959 begon de Buitenvelderse Krant te verschijnen, een huis-aan-huisblad voor de nieuwe Amsterdamse woonwijk ten noorden van de Kalfjeslaan. De Amstellander verscheen vanaf 1963 en richtte zich op de lezers in Uithoorn, Aalsmeer en Badhoevedorp. In 1969 kwam daar de Nieuwe Bijlmer nog bij. De totale oplage van alle edities bedroeg toen 50.000.

Wie Wilhelmus wil typeren, komt uit bij een aantal trefwoorden: zakenman, ijverig en behept met een grote liefde voor Amstelveen, in het bijzonder voor het oude dorp. Ondanks zijn geringe schoolopleiding heeft hij met inzet intelligentie en passie zijn onderneming in de loop van de tijd uitgebouwd. Het is zelden iemand gegeven een op jeugdige leeftijd genomen initiatief te zien uitgroeien tot een omvangrijke onderneming. Jacob Wilhelmus moet in zijn laatste levensjaren steeds met voldoening hebben terug gekeken op zijn levensgang. Er kwam een einde aan dit bijzondere leven op 28 juni 1970. De samenleving eerde hem op latere leeftijd met de benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Door Peter van Schaik 1988

1963: 40 jaar Amstelveens Weekblad
Op 10 september 1963 vierde dit blad zijn 40-jarig bestaan. De heer Wilhelmus was niet de eerste en niet de enige die op het idee kwam een eigen weekblad voor Amstelveen uit te geven. In 1923 bestonden er namelijk drie lokale bladen: 'de Meerbode', en de 'Nieuwe Meerbode', beide uitgegeven te Aalsmeer, en het 'R.K. Weekblad' dat te Amsterdam uitgegeven werd. Het weekblad van de heer Wilhelmus is wel het enige van de vier, dat is blijven bestaan.

2005: Aanvraag faillissement
In augustus 2005 heeft Weekmedia, de uitgeefster van het Amstelveens Weekblad haar faillissement aangevraagd. Door de hoge schulden bij drukkerij PCM werd het noodzakelijk, dat van de 16 redacteuren 5 overbleven en het gehele redactieteam naar Amsterdam moest verhuizen.

2008: Overname door Telegraaf
In februari 2008 meldde de Telegraaf Media Groep N.V., dat zij en de Argo Press hebben overeenstemming bereikt over de overname per 1 februari 2008 van de activa en passiva van Argo Press (mediaonderneming die onderdeel is van de Argo Media Groep) betreffende het Amsterdams Stadsblad, Diemer Courant, Amstelveens Weekblad, Aalsmeerder Courant, Uithoornse Courant en De Ronde Vener die in een oplage van ruim 500.000 exemplaren verschijnen.

2014: Amstelveens Weekblad en Nieuwsblad samen verder als Dichtbij Amstelveen
Het Amstelveens Weekblad samen met het Amstelveens Nieuwsblad is per 1 juli 2014 (officieel per 14 juni) opgedoekt, omdat de Telegraaf Media Groep NV. de kranten opkocht en tegenwoordig verschijnt een krant met de titel Dichtbij Amstelveen. Uitgever van de bladen Holland Combinatie heeft dit drastische besluit moeten nemen, omdat de omzet uit de advertentieverkoop al jarenlang daalt.

Klik hier voor andere foto's in de categorie Gebouwen