Start van de zomer van 2025

De zomer is het warmste van de vier seizoenen in de subtropische, gematigde, koude en arctische klimaatzones op Aarde. Afhankelijk van of het op het noordelijk of zuidelijk halfrond is, wordt het een noordelijke of zuidelijke zomer genoemd. De noordelijke zomer valt samen met de zuidelijke winter. Hij volgt op de lente en gaat vooraf aan de herfst.

De seizoenen ontstaan doordat de rotatie van de Aarde niet in het vlak van haar baan om de zon plaatsvindt, maar een helling van 23,4° heeft (eclipticale obliquiteit). Hierdoor ervaren de Noord- en Zuidpool gedurende een half jaar afwisselend strijklicht en wisselt de zenitpositie van de zon in de jaarcyclus tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring.

(Foto Amstelveenweb.com - 2024)

Zomerveld
Astronomisch gezien begint de zomer met de zomerzonnewende – het moment, waarop de zon recht boven de keerkring van het aardse halfrond staat en de dagen het langst zijn. De zomer begint op 20, 21 of 22 juni op het noordelijk halfrond en op 21 of 22 december op het zuidelijk halfrond. Daarna worden de dagen korter en de nachten langer. De noordelijke zomer eindigt met de herfstequinox op 22 of 23 september en de zuidelijke zomer op 20 of 21 maart.

De fenologische start (verband tussen periodiek terugkerende organische natuurverschijnselen) van de zomer kan aanzienlijk verschillen van de astronomische start en wordt niet alleen beïnvloed door de land-zeeverdeling (maritiem versus continentaal klimaat), maar ook door aanvankelijk grootschalige weerpatronen en diverse regionale factoren. Er wordt ook onderscheid gemaakt tussen vroege zomer, midzomer en nazomer.

Meteorologisch gezien wordt de noordelijke zomer gedefinieerd als de maanden juni, juli en augustus, terwijl de zuidelijke zomer wordt gedefinieerd als december, januari en februari. In Centraal-Europa valt de potentiële piek van de zomer, met de hoogste temperaturen, ongeveer drie tot zes weken na de zomerzonnewende, d.w.z. tussen half en eind juli. In meer continentale klimaten valt deze iets eerder en in meer maritieme klimaten iets later. Op de geografische polen heerst de zogenaamde pooldag een half jaar lang, terwijl in de arctische gebieden de middernachtzon en witte nachten wekenlang aanhouden.

Zomertijd (DST) is de tijd die gewoonlijk één uur voorloopt op de lokale tijdzone en geldt als wettelijke tijd gedurende een specifieke periode in de zomermaanden (en vaak iets langer). Deze regeling wordt vrijwel uitsluitend gebruikt in landen met een gematigd klimaat. De Midden-Europese Zomertijd (CEST) begint op de laatste zondag van maart om 2:00 uur 's ochtends CET, wanneer de klokken een uur vooruit worden gezet, van 2:00 uur 's ochtends tot 3:00 uur 's ochtends. De tijd eindigt op de laatste zondag van oktober om 3:00 uur 's ochtends CEST, wanneer de klokken een uur achteruit worden gezet, van 3:00 uur 's ochtends tot 2:00 uur 's ochtends.